Er was eens een schattig klein databundeltje. Danny het databundeltje. Hij was klein en eigenlijk toch groot, makkelijk aan te schaffen en mee te nemen, bracht de mensen veel moois en hij was dan ook razend populair geworden. Hij was apetrots op zichzelf. Dankzij hem maakten de mensen kennis met veel nieuwe ontwikkelingen, konden ze alle apps en andere aanlokkelijke toeters en bellen overal downloaden en ging er een hele spannende wereld voor hen open. Waar ze ook liepen, ze konden op het internet alles vinden. De mensen waren blij met Danny. Al besteedden ze aan hem zelf weinig echte aandacht. Maar vooruit, dat was niet zo’n punt.
Het schattige en handige databundeltje groeide maar, werd groter en groter. Steeds meer informatie gingen mensen zoeken. Danny werd nog meer gemarket, nog meer verkocht, nog meer werd er met hem gesmeten in aanbiedingen als ware hij een object. Het zal er wel bij horen, dacht hij steeds. Je houdt deze ontwikkeling niet tegen, dus niemand houdt mij tegen.
Danny kende zijn eigen grenzen niet meer. En zijn gebruikers ook niet. De data flitsten nog meer over de aardbol. Terabytes, Zillionbytes, Wackobytes, het was niet meer bij te houden. Er waren nu zoveel Danny’s, dat er speciale Danny’s ontwikkeld werden om het aantal Danny’s echt goed te meten. Gekkenhuis….Danny raakte er schizofreen van. Wie was hij nu werkelijk? En wat was nu zijn cadeau aan de wereld? Zijn echte plek?
De mensen, Danny’s trouwe gebruikers, kenden hem niet meer. Ze waren zo sterk datajunk geworden, dat ze Danny het databundeltje niet eens meer zagen staan. Ze spoten de data in hun brein als een junk zijn fix via de naald. Zo snel, en zo ongeremd, dat ze niet meer beseften dat er een bundeltje voor nodig was om de data te krijgen. En de mensen die de voorwaarden hadden geschapen om überhaupt een bundeltje te maken, en bv. ook de bijbehorende techniek.
Nee, de mensen werden knettergek. Data data data. Datatatatatatata. Datatatatatatata. Ze dachten alleen nog maar in enen en nullen. Sterker nog, ze werden enen en nullen. Binaire wezens, zonder gevoel, zonder passie. Eten schoot er bij in, wakker worden en hup appen, gamen, downloaden, Skypen, wetransferren, Facetimen….het leek wel de app-ocalyps….
Danny raakte erg teleurgesteld. Voelde zich verloren. Hij moest heel erg huilen. En terwijl de tranen volop over zijn wangen stroomden, ging er iets piepen. Wat bleek? De nieuwste app die hij nota bene zelf had genomen, gaf exact aan wat het % aan zoutgehalte was in zijn oogvocht….nee!!!! Gillend zocht hij een uitweg.
Gelukkig vond hij die. In zichzelf. In zijn hart. Want ja, ook hij had een hart. Daar gaf hij zich aan over, vond rust en vond zo zichzelf. Het bleek voor hem de plek om echt connected te zijn. ….
Leave A Comment